Chinees boksen is ontstaan in de jaren 50 na de Koreaanse oorlog. Hier bleek dat de Chinese vrijwilligers het in man tegen man gevechten slecht deden. Als gevolg hiervan werd een systeem ontwikkeld gebaseerd uit technieken van de klassieke krijgskunsten. Bij aanvang was dit vooral naar militaire toepassingen gericht. Na verloop van tijd kwam er een civiele uitvoering tot stand welke door de staat werd gepromoot.

Chinees boksen omvat stoot, trap en werptechnieken waarbij men gebruikt maakt van bokshandschoenen, scheenbescherming, helm en borstplaat. Het is een ideale gevechtsport om te doen met weinig risico’s om kwetsuren.

Naast de klassieke trap- en stootcombinaties wordt er ook intensief gewerkt op werptechnieken. De werptechnieken tegen trappen maken het een zeer spectaculaire sport.

Trainingen richten zich op padwerk en sparren.

Er bestaat ook een versie Sanda X welke geen gebruik maakt van de bescherming die je terug ziet in het klassieke sanda.

Onze school kiest echter om de klassieke sanda te promoten omdat we hier zonder enige risico voor kwetsuren kunnen sparren.

Sanda is een sport op zich en kan niet bezien worden als een toepassingsgebied voor bepaalde kungfu stijlen.

Onze school onderwijst ook klassieke kungfu en deze technieken vinden hun bestaansrecht in de zelfverdediging.